Osteopathie vindt zijn oorsprong in de tweede helft van de 19e eeuw door Amerikaanse arts Andrew T. Still. Hij combineerde zijn medische kennis met eigen, nieuwe inzichten.
Osteopathie vindt zijn oorsprong in de tweede helft van de 19de eeuw en is ontwikkeld door de Amerikaanse arts Andrew T. Still (1828-1917). Hij combineerde zijn medische kennis met eigen, nieuwe inzichten. Deze vorm van manuele geneeskunst is gebaseerd op de principes uit de embryologie, anatomie, fysiologie en neurologie.
Een osteopaat is dé deskundige in onze gezondheidszorg om met zijn grote kennis van de anatomie, de relaties binnen het lichaam te kunnen leggen om de oorzaak of oorzaken te kunnen herkennen. De behandeling is niet primair gericht op pijnbestrijding maar osteopathie tracht de weefsel zodanig beweeglijk te maken dat de doorbloeding en zenuwgeleiding weer optimaal is en daarmee het zelfherstellend vermogen van het lichaam toeneemt waardoor de pijnklachten zullen afnemen.
Alle lichaamsweefsels dienen een bepaalde mate van beweeglijkheid te bezitten. Botten, spieren, banden, zenuwen, bloedvaten maar ook interne organen en zelfs de schedel. Verlies van mobiliteit leidt tot vermindering van doorbloeding en/of zenuwgeleiding waardoor de gezondheid afneemt. Er kunnen dan allerlei klachten ontstaan.
Osteopathie is een zeer veilige wijze van behandelen.
Na een uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek analyseert de osteopaat zijn bevindingen. Hij stelt een behandelplan op en richt zich daarbij op de weefsels die de oorzaak vormen van de klachten. Dat hoeven niet per se de pijnlijke gebieden in het lichaam te zijn.
De behandeling geschiedt altijd manueel, dat wil zeggen, met de handen, en is eigenlijk altijd pijnloos door gebruik van in het algemeen zachte technieken. Wel kan door de behandeling enige reactie ontstaan in de vorm van vermoeidheid of een licht “beurs” gevoel. Dit komt omdat het lichaam aan de slag gaat met de veranderingen door de behandeling. Meestal verdwijnt deze reactie binnen 24 tot 48 uur.
Het aantal behandelingen dat nodig is voor een goed resultaat is afhankelijk van de aard en duur van de klachten maar in de regel volstaat een aantal van 3 tot 5 keer.
Pijn en/of stijfheid in de rug, nek, schouders, heupen, armen en benen
Uitstralende pijn, tintelingen of doof gevoel in de ledematen
Maag- en darmklachten (maagpijn, zuurbranden, obstipatie, opgeblazen gevoel etc.)
Categorie “onbegrepen” klachten waarvoor de geneeskunde niet de oplossing heeft
Gevolgen van long COVID, zoals vermoeidheid, spierpijn, duizeligheid, benauwdheid, kortademigheid, cognitieve problemen
Bekkeninstabiliteit & (chronische) sportblessures
Verschillende vormen van hoofdpijn (spanningshoofdpijn, migraine), duizeligheid
Whiplash syndroom en andere posttraumatische klachten
Huilbaby’sdarm- en buikklachten, refluxklachten
Onrustige baby’s
Baby’s met onregelmatige of vervormde schedeltjes ten gevolge van een scheefligging in de baarmoeder of een moeizame bevalling
Kinderen met onbegrepen buikpijn of hoofdpijn
Onrustige kinderen, concentratiestoornis, motorische achterstand
Kinderen die moeilijk slapen, in bed plassen
Kinderen met langdurige sportblessures